De muziekliefhebber kent de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson waarschijnlijk vooral van z'n werk A Lot Of Sorrow waarin hij de band de National zo gek kreeg om non-stop zes uur achter elkaar hun nummer Sorrow te spelen tijdens een performance in MOMA in New York. In het kader van het London Contemporary Music Festival vond er afgelopen zondagmiddag in Ambika, een soort van parkeergarage-achtige hal onder het gebouw van de University of Westminster, een uitvoering plaats van een ánder werk van Kjartansson dat draait om muziek en herhaling en uithoudingsvermogen en toch heel anders is. In het kader van An Die Musik speelden vijf koppels – pianist en zanger(es) – verspreid door de ruimte, dwars door elkaar heen, het gelijknamige lied van Schubert en dat 7 uur achter elkaar.
Wegens onduidelijkheid over waar de ingang van de venue nu precies is (op een andere plek dan anders namelijk) mis ik de eerste paar minuten. Bij mijn binnenkomst iets na enen is het spektakel dus al in volle gang. Kale, helverlichte zaal, hoog plafond, publiek staat of hangt of zit tegen de muren en het geluid van, wel, vijf piano's en evenzoveel vocalisten die dwars door elkaar heen staan te spelen. Individuele bijdragen zijn nauwelijks te herkennen. Vooral de pianopartijen zijn moeilijk te onderscheiden. Schubert's gebruik van grote theatrale akkoorden maakt dat de opeenstapeling klinkt als een klaterende kakofonie. De vocalisten zijn iets beter in de geluidsbrij te onderscheiden. Met name de uithaal aan het eind van het nummer – ich danke dir dafür – kunnen ze lekker aanzetten en hoor je in een onregelmatige frequentie door de zaal weerkaatsen.
In het geluid zit verder totaal geen ontwikkeling. Het is een continue monotone chaos die van moment tot moment - minuut tot minuut, kwartier tot kwartier - precies hetzelfde klinkt. De spanning zit hem er in hoe de muzikanten omgaan met de herhaling en de verveling en de eventuele uitputting. Vooralsnog ogen ze picobello in hun traditionele optreedkledij. Vlinderdasjes voor de heren. Kleurige galajurken van de dames. En ze worden goed ondersteund. Naast elke piano staat een barkruk voor als de benen moe worden. Kjartansson zelf is er niet bij maar een IJslandse collega loopt rond en springt bij als pianist als er iemand naar het toilet moet en zorgt voor de spreekwoordelijke natjes en droogjes. Al na een half uur gaat hij langs met een dienblad vol wijn. De zanger(es)s(en) slaan het stuk voor stuk vriendelijk af maar een enkele pianist gaat enthousiast op het aanbod in. Het stuk heeft een paar momenten waarbij de pianist maar één hand nodig heeft en dan heb je die andere vrij om even aan het glas te nippen.
Na een uur of twee vind ik tijd voor een break. Even iets anders. Ben ook een beetje bang dat wanneer je er de hele tijd met je neus bovenop zit eventuele – muzikale, psychologische – verschuivingen niet opmerkt omdat ze te geleidelijk gaan. Ben dus een paar uurtjes wat anders gaan doen en bij terugkomst was er, wel, eigenlijk niet zo veel veranderd. Na vier-en-half-uur zingen en spelen is er nauwelijks een spoortje vermoeidheid te bespeuren. Geen vocalisten die hun stem kwijt zijn of scheef over hun toetsenbord hangende pianisten. De ich danke dir dafür-s galmen nog steeds met onregelmatige regelmaat en net zo sprankelend als aan het begin door de ruimte. Een beetje teleurstellend eigenlijk. Schijnt dat de jongens van de National tegen het eind nauwelijks meer uit hun woorden kwamen. Hier hebben we overduidelijk met professionals van doen.
De verveling is wel toegeslagen. Ik vind het reuze-knap dat de muzikanten zich in weten te houden en zelfs na vijf uur achter elkaar hetzelfde nummer slaafs de partituur volgen en geen alternatieve melodieën of additionele muzikale versiersels aan hun uitvoering toevoegen. Elke andere afwisseling wordt overigens wel met beide handen aangegrepen. Ik heb ooit een paar zomers aan de lopende band in een (plastic bestek en verpakkingen) fabriek gewerkt en ik vond het héél herkenbaar. Hier betekent het bijvoorbeeld dat plaspauzes van de pianist worden gebruikt door de vocalist om even vreemd te gaan bij een ander of hij of zij kruipt zelf achter het toetsenbord.
Ik heb even overwogen om vlak voor het einde weg te gaan. Omdat ik het begin per slot van rekening ook gemist had maar m'n nieuwsgierigheid won het van m'n principes. Gelukkig is het slot bescheiden. Even voor achten loopt de jongen van de drankjes en hapjes omstebeurt naar de diverse duo's en geeft ze het teken dat dit hun laatste keer is. En langzaam maar zeker sterft de muziek uit. Onder applaus verzamelen de tien muzikanten zich rondom de centrale piano en doen het lied nog één keer, uit volle borst, gezamenlijk en dan is er champagne en meer applaus.
De BBC interviewde na afloop de vijf vocalisten. Op de derde foto zijn zanger en pianist trouwens even van plaats gewisseld omdat de laatste snel wat aan het eten is.