Thom Yorke was recentelijk in het nieuws omdat hij, voor een tentoonstelling van vaste Radiohead-ontwerper Stanley Donwood, een nummer had gemaakt dat maar liefst 18 dagen zou duren. Precies net zo lang als de tentoonstelling in kwestie. Ik ga geen grap maken over dat sommige nummers van Radiohead voor mij aanvoelen of ze 18 dagen duren maar wil het in plaats daarvan eens hebben over extreem lange muzikale composities. In die wereld is 18 dagen namelijk maar kattenpis. Zo is er bijvoorbeeld As Slow As Possible van John Cage waarvan momenteel in een kerk in het Duitse Halberstadt een versie op orgel wordt uitgevoerd die 639 jaar moet duren. Het stuk begon met een rust van 17 maanden en bestaat verder vooral uit heel lang uitgesponnen akkoorden. Gelukkig kun je op Wikipedia een lijstje vinden met de data wanneer er een akkoordenverandering gaat plaats vinden. De eerstvolgende is op 5 September 2020. Je hebt dus nog even.
Nóg langer is het project Longplayer. Dit is een compositie van Jem Finer, een van de oorspronkelijke leden van de Pogues, en duurt maar liefst 1000 jaar en al die tijd klinkt het nooit hetzelfde; het herhaalt nooit. Het idee is eigenlijk vrij simpel: er zijn zes verschillende partijen (ritmes, klanken, allemaal op basis van Tibetaanse klankschalen) die zo worden afgespeeld dat het 1000 jaar duurt voordat ze weer met elkaar overlappen. Longplayer was recentelijk ook in het nieuws want nu ook te beluisteren met een app maar er is ook een versie die je kunt bezoeken, als je in het London bent tenminste en niet te beroerd om af te reizen naar de Trinity Buoy Wharf, ergens diep in het oosten, daar waar de rivier de Lea in de Thames stroomt. Daar is een soort culturele speelplaats met studio's en restaurantjes en dergelijke en in een oude vuurtoren zit Longplayer. Aan de compositie zelf valt niet zo veel te zien want die komt, als ik het goed begrepen heb, uit een computer. Ter visualisering hebben ze daarom op de eerste verdieping een installatie neergezet bestaande uit een aantal halfronde stellages – zes lagen – met daarop diverse van die Tibetaanse geluidsschalen. Nog een verdieping hoger, in het kamertje waar vroeger de lamp van de vuurtoren heeft gestaan, is een luisterruimte, met een paar stoelen en een indrukwekkend uitzicht over de rivier en de O2 Arena (de vroegere Millenium Dome) en de wolkenkrabbers van Canary Wharf. De muziek is een plechtstatig voortkabbelende combinatie van lange ambient-achtige drones en langzaam klok- en belgetingel. Het idee dat ik naar een uniek stukje muziek sta te luisteren – ik ben de enige bezoeker, dus het zal, er van uitgaande dat er ook niemand online luisterde, 1000 jaar duren voordat iemand hetzelfde stuk hoort – is niet zo heel sterk want ik heb het gevoel dat als iemand me naderhand een opname van hetzelfde fragment zou voorspelen ik het waarschijnlijk niet zou herkennen. Het klinkt heel serieus maar het is ook gewoon een nogal non-descripte verzameling aan klanken. Rondom het gebouw bevinden zich trouwens meer opvallende kunstwerken waaronder tenminste nog één geluidsding: Floodtide van Andrew Baldwin en John Eacott, dat op een verder niet onthulde manier de getijdestroming van de Thames omzet in raadselachtige fluittonen.
Longplayer was trouwens niet de enige reden om naar Oost-London te fietsen. Het toeval wilde dat in de buurt van die Trinity Buoy Wharf ook één van de 7 Londonse supermarkten van de Cooperative zat waar ze het Blur's Magic Whip roomijs zouden verkopen. In het kader van hun nieuwe album (plus tour) heeft de band – in samenwerking met ijsmakers the Licktators, die ook al smaken met namen als Jiggy Pop en John Lemon op de markt brengt – een exclusief ijsje gemaakt. Ik heb geen idee hoe hands on dit proces werkelijk was en in hoeverre de bandleden echt iets in de melk te brokkelen (pun intended) hadden of dat ze gewoon hun naam verkocht hebben. Aan de andere kant is bassist Alex James vandaag de dag bijna beroemder als kaasmaker dan als muzikant. Maar je moet er dus wel wat voor doen om het te kunnen proeven. Niet alleen de juiste supermarkt vinden maar ook in de supermarkt zelf is het nog niet zo eenvoudig. In deze supermarkt tenminste, want ze lijken een beetje problemen met hun vriesinstallatie te hebben zodat al het ijs onder een laagje, wel, 'ijsaanslag' schuil gaat. Is dus nog even zoeken of ze deze smaak hier inderdaad wel hebben maar ik vind ik in ieder geval één potje en dat is genoeg. Het volgende probleem is dan dat ik anderhalf uur fietsen van huis – en ijskast – ben, hartje zomer, maar daar had ik rekening mee gehouden en ik had gewoon alvast een lepel meegenomen in m'n tas. En geen lunch. En zo zit ik gezellig op een bankje onder de A13 m'n Blur-ijsje op te eten. Het smaakt zeker niet verkeerd: vanilla-custard – vla-achtig dus – met lekker veel slierten frambozensaus. Af en toe een iets harder stukje, iets bevrorener dan de rest maar dat zijn volgens mij stukjes framboos en dat hoort zo en niet het gevolg van de haperende koelinstallatie van de supermarkt. Na afloop de deksel goed aflikken en terug in m'n tas stoppen want er staat een downloadcode op voor een exclusief nummer van de band (maar dat staat natuurlijk ook al gewoon op Youtube want ook de bonustrack op de Japanse editie van The Magic Whip). En vervolgens anderhalf uur naar huis fietsen om al die calorieën er weer af te krijgen.