Mijn ietwat ludieke muzikale voornemen voor dit jaar is om m'n aankopen qua geluidsdragers proberen te beperken tot cassettes. Ik vind dat ik zo langzamerhand meer dan genoeg cd's heb. Er staat een grote kast vol van die zilveren schijfjes in lelijke plastic doosjes in m'n huiskamer en daar hoeft van mij eigenlijk niets meer bij. Vinylfetisjisme is me grotendeels vreemd. In een retro-bui wil ik nog wel eens een paar Britpopsingeltjes uit de kast - een andere, op de slaapkamer - pulken maar over het algemeen vind ik vinyl onhandig en weegt dat legendarische 'warmere' geluid wat mij betreft niet op tegen de krassen en kraken en tikken die, hoe voorzichtig je er ook mee bent, op den duur áltijd zo'n zwarte plak komen vervuilen. Ik ben opgegroeid met teepjes. Zowel naar de lager- als de middelbare school ging ik met de trein. Half uur heen en half uur terug. Mét m'n walkman op. Met van vrienden of de bieb op bandje overgenomen albums en later met zorgvuldig geselecteerde van de radio opgenomen liedjes (vooral van de VPRO op woensdag natuurlijk en John Peel's wekelijkse halfuurtje op de BBC World Service werd altijd in z'n geheel vastgelegd). Maar goed, mijn punt is dat 95% van de muziek die ik draai ik vandaag de dag als mp3 op m'n computer draai en als ik in ben voor een stukje nostalgische, fysieke muziekbeleving ik het liefst naar die doos met tapes van vroeger grijp (of m'n mini-discs, maar dat is een ander verhaal). Vooralsnog bestaat mijn collectie recente muziekcassettes uit welgeteld drie stuks. Deze verzamelaar van outtakes en rarities van de Canadeze indierockband North of America kocht ik eind vorig jaar al. Een paar weken terug was ik als een kind zo blij met de cassette-versie van het debuut-album van Tennis. En mijn nieuwste aanwinst, hij lag afgelopen weekend op de mat, is deze covercompilatie waarop diverse bandjes van het punk- en indieachtige soort - Grass Widow, Reading Rainbow, Neverever en White Fence zijn waarschijnlijk de 'bekendere' namen - zich wagen aan het oeuvre van de Nerves. Ook hier ben ik weer heel erg mee in m'n sas. Verschrikkelijk leuke collectie met 18 afwisselende en over het algemeen bovengemiddelde lofi-powerpopdeuntjes. Het helpt natuurlijk dat Paul Collins en z'n collega's nummers schreven waar je wel héél erg je best op moet doen als je ze wil laten mislukken als je ze covert. In het geval van de Puerto Ricanen van Davila 666 lijkt het alsof ze de eerste minuut nog even het origineel, van Hanging on the Telephone, moeten luisteren om te checken hoe-ie ook al weer ging, dáár vervolgens doorheen telefoneren en dan nog komen ze er mee weg. (download)