Immaculate Machine - Phone No.Ik ben groot fan van bands met keyboards in plaats van basgitaren. Het is niet zo zeer het geluid dat me zo aanspreekt, maar de manier van spelen. Je hebt in principe dezelfde noten tot je beschikking maar op een of andere manier gebruik je er méér als ze in de vorm van toetsen voor je liggen dan wanneer je ze langs een gitaarhals moet opzoeken. Tenminste, dat is mijn theorie waarom bassynths altijd zo lekker extra-melodieus en zangerig klinken.
Immaculate Machine, zoals afgelopen woensdag te zien in de bovenzaal van de Paradiso, is een basgitaarloos trio. Toetseniste Kathryn doet gelijktijdig, met links, de swingende basloopjes en, met rechts, de kekke melodische accenten. De band bestaat verder uit drummer Luke, die heel enthousiast achter z'n drumkit zit en het liefst elke maat ieder onderdeel van z'n instrument een keertje lijkt te willen beroeren, en gitarist Brooke, wiens krassende bijdragen eerlijk gezegd zo live een beetje uit de toon vallen bij de springerige pop van z'n muzikale kompanen. Maar dat is slechts een klein detail. Alledrie mogen ze ook erg graag zingen, tegelijkertijd of omstebeurt, maar steeds lekker geestdriftig en een beetje theatraal en drammerig; alsof je naar een powerpop-versie van de Von Trapp-familie staat te kijken. Een van de nummers gaat over een brand in de lobby en heet Fire In The Lobby. Grote vraag natuurlijk is: was het beter dan de New Pornographers, de band waarin Kathryn recentlijk nog als inval-Neko Case was te bewonderen? Wel, qua puntige liedjes zijn A.C. Newman en de zijnen zo goed als onevenaarbaar maar zo op het podium zijn Immaculate Machine een stuk leuker. Kathryn blijkt in Nederland te zijn opgegroeid en er is wat van de taal blijven hangen, niet veel maar de rest van de band doet ook erg z'n best op hun eerder vandaag ingestudeerde dialoogjes. Sowieso gaat het er allemaal lekker ontspannen en los en enthousiast aan toe. En elke band die het a) aandurft een nummer als Good Vibrations te coveren en b) in staat blijkt met z'n drieën het nummer bijna net zo rijk te laten klinken als het origineel verdient een pluim (en vooral een vollere bovenzaal van de Paradiso).
Ariel Pink - This Night Has Opened My EyesDe avond ervoor wegens omstandigheden de Veronicas elders in de stad moeten laten schieten, maar kwalitatief gezien kwam ik later die avond in, alweer, de bovenzaal van de Paradiso behoorlijk aan m'n trekken.
Ariel Pink had namelijk niemand minder dan Harry Merry uitgenodigd voor een, laten we het een
dubbelconcert noemen. Omstebeurt deden ze een nummer. De parallelen tussen beide muzikanten worden snel duidelijk: allebei hebben ze hun eigen muzikale universum gecreeërd waarin buitenstaanders hier en daar herkenbare structuren en flarden pure pop kunnen ontwaren maar waar verder een totaal eigen logica regeert waar links rechts is, boven onder en mooi lelijk. Probleem is alleen dat ik Harry Merry al een keer of vier gezien heb en het
truukje nu wel ken en dat die ellenlange nummers me na een tijdje eigenlijk ongelooflijk beginnen te irriteren. Door die lange nummers komt Ariel Pink er een beetje bekaaid vanaf. Ik had zo graag meer van zíjn nummers willen horen (die Smiths-cover van hierboven bijvoorbeeld), wat we tussen de Harry Merry-producties door voorgeschoteld krijgen klinkt intrigerend. Geweldige, bijna klassieke popdeunen - Steely Dan, Beach Boys, Eagles, van die dingen - maar dan verstopt onder een metersdikke laag hallucinerende drugs (of een flink verstoorde realiteitszin). Het is knap hoe hij - ondersteund door twee muzikanten: een stoïcijns voor zich uitstarende bassist en een net zo überhip meisje dat op diverse knoppen drukt - het kutgeluid van z'n platen op het podium weet te reproduceren. Maar net als we een beetje in de wereld van Ariel Pink zijn meegezogen worden we steeds op de rauwe realiteit gewezen door één van Harry Merry's veel te lange meanderende synthdeuntjes over het leven als Rock'n'Roll postbode. Ariel zelf heeft trouwens de avond van z'n leven, vooral als hij aan het eind van de rit een liedje, Stevie Storm, samen met z'n held Harry Merry mag doen.